Nieuwe insignes in Kunera
6.000 objecten uit het documentatiesysteem van Hendrik Jan van Beuningen zijn in Kunera verwerkt. Het materiaal staat online en is nu dus doorzoekbaar! 29 september a.s is er uitvoerig aandacht voor het monnikenwerk van Van Beuningen en de betekenis ervan voor Kunera.
Insigneverzamelaar Hendrik Jan van Beuningen (overleden 2015) hield decennialang een documentatiesysteem bij. Daarin noteerde hij wat hij aan middeleeuwse insignes en ampullen onder ogen kreeg. Hij fotografeerde, ook wat hij niet aankocht. Bij zijn overlijden bevatte dit systeem maar liefst 9.000 kaarten met de gegevens van even zoveel objecten.
Het documentatiesysteem Van Beuningen is van onschatbare waarde voor insigne-onderzoek. Het Kunerateam is dan ook bijzonder gelukkig met de toestemming van de familie Van Beuningen om de gegevens in de database Kunera op te nemen. Daar het om een archiefsysteem ging van kaarten met handgeschreven informatie, duurde drie jaar voordat de gegevens waren ingevoerd. Uiteindelijk zijn circa 6.000 objecten in Kunera verwerkt. Dit werd mogelijk gemaakt met subsidies van het Pronk Visser Fonds (ondergebracht bij het Prins Bernard Cultuurfonds) en de Stichting Middeleeuwse Religieuze en Profane Insignes. Het materiaal uit Van Beuningens documentatiesysteem staat nu online en is voor iedereen te doorzoeken.
Tijdens een symposium op 29 september wil het Kunerateam de waarde van het documentatiesysteem voor Kunera nog een voor het voetlicht brengen. Drs Willy Piron (Radboud Universiteit) zal dan laten zien hoe dit levenswerk van Hendrik Jan van Beuningen eruit zag en wat het voor Kunera betekent. Tevens geeft hij aandacht aan de nieuwe applicatie van Kunera. Sinds december 2021 is de database online van een nieuw jasje voorzien dat gebruiksvriendelijker is en hopelijk nog meer mensen van dienst kan zijn. De presentatie wordt aangevuld met lezingen van wetenschappers uit binnen- en buitenland die zich al geruime tijd met insignes bezig houden. Onder anderen zullen spreken: prof dr. Kathryn Rudy (University of St Andrews) en prof em. Jos Koldeweij (Radboud Universiteit).
Nadere informatie en mogelijkheid tot aanmelding zullen nog volgen.