Insigne van Ladoix-Serrigny
Tot nu was niet bekend dat er in Ladoix-Serrigny insignes werden gemaakt en verkocht. Vandaar dat dit insigne maar weinig is opgemerkt.
Op het ronde insigne met getordeerde rand is Maria met het Kind op de arm afgebeeld. Een stralenkrans omgeeft de twee figuren. Het zilveren insigne dateert van rond 1500. Het opschrift rondom luidt NOSTRE.DAME.DV.CHEMIN.
Het kleine insigne van 2,5 cm in doorsnede bevindt zich al sinds de 19de eeuw in het British Museum in London. Het museum verwierf het in 1855 met 16 andere zilveren insignes van een Parijse handelaar, genaamd Jacob, na bemiddeling van Sir Augustus Wollaston. Alle toen aangekochte insignes hebben ingeslagen gaatjes waarmee ze vastgemaakt konden worden, bijvoorbeeld op kleding. Waarschijnlijker is echter, omdat het om één verzameling gaat, dat ze samen ingenaaid waren in een getijdenboek. Voor meer voorbeelden van dit gebruik, zie Hanneke van Asperen, Pelgrimstekens op perkament: originele en nageschilderde bedevaartsouvenirs in religieuze boeken, ca. 1450-ca. 1530, Edam, 2009).
De kapel van Notre Dame du Chemin in Ladoix-Serrigny bestaat nog steeds. Het ligt op een heuvel langs de weg van Beaune naar Dijon, tevens een route naar Santiago de Compostela. Notre Dame du Chemin - of 'Onze Vrouwe van de weg'- was dan ook een tussenstop voor pelgrims uit het noorden op weg naar Santiago. Op de plaats van de huidige kapel was al voor de introductie van het christendom in deze regio, een cultusplaats met een bron. Omstreeks het jaar 1000 vond er een miraculeuze verschijning van Maria plaats en gebeurden nog meer wonderen. Daarop liet de plaatselijke bevolking een kapel oprichten.
Tijdens opgravingen rondom de kapel in 1968-69 vonden archeologen talrijke kinderskeletten. De reden hiervoor was dat de Maria vooral geliefd was bij vrouwen met doodgeboren en jong gestorven kinderen. Deze hoopten dat de kinderen op voorspraak van Maria tot leven zouden komen, lang genoeg om gedoopt te worden. Immers, ongedoopte kinderen mochten niet in gewijde grond begraven worden en deze kinderen zouden tot in de eeuwigheid in het vagevuur verkeren. Dit idee was voor velen onverdraaglijk en de behoefte aan een wonder dat doopsel mogelijk maakte, was groot. Notre Dame du Chemin moet een plek zijn geweest waar mensen troost zochten.
De uitstraling van Notre Dame du Chemin was groot en de plaats trok ook de groten der aarde. Deze kwamen om Maria te vereren en haar geschenken te doen. Verschillende hertoginnen van Bourgondië kwamen, voor en na een bevalling, te voet langs. Hertog Filips de Goede schonk in 1434 duizend pond "om de bouw van de kerk in Notre-Dame du Chemin lez Serrigny vooruit te helpen".
In 1793 werd de kapel geplunderd en stopten de bedevaarten, maar aan het einde van de 19de eeuw herstelde men de kapel en werden ook de pelgrimages hervat.
Afbeelding: British Museum, 1855,0625.31 (Kunera nr. 17621)