Fragment van een knoop-insigne
De afbeelding op dit insigne is niet geëtst zoals bij de andere knoop-insignes maar gegraveerd.
De lijnen zijn met een burijn, een soort guts, gemaakt. De lijnen zijn heel recht en beginnen spits om dan iets breder uit te lopen. Als men deze lijnen vergelijkt met de lijnen op de andere knoop-insignes, bijvoorbeeld Kunera nrs. 11002 of 21059 wordt duidelijk dat dit een andere techniek is die andere lijnen oplevert. De lijnen van de geëtste insignes zijn breder en beginnen niet spits, hebben ook een minder strakke uitstraling. Een gegeven waaraan men ook gegraveerde en geëtste prenten kan onderscheiden.
Dit in het departement d'Eure-et-Loire gevonden fragment meet 1,5 x 2 cm. en toont een ongeïdentificeerde scene met een paard en een boogschutter. Deze knoop-insignes hebben meestal een religieuze afbeelding. Ze werden gemaakt in de nadagen van de metalen bedevaartsouvenirs; eind vijftiende, begin zestiende eeuw. Ze werden van een hard soort koperlegering gemaakt in tegenstelling tot de ‘normale’ insignes die gegoten werden van een zachtere lood-tin-legering. Deze knoopinsignes hadden geen oogjes aan de zijkant of een draagspeld aan de achterkant maar een oogje van ijzerdraad aan de achterkant. Tijdens het gieten van de knoop werd een ijzeren draadje in het vloeibare metaal gestoken en later omgebogen tot een oog. Veel van dit soort knopen hebben op de voorkant ijzer-oxidatie waar het ijzeren draadje aan de oppervlakte komt. In de meeste gevallen is het oogje afgebroken.
Er is een tijd lang discussie geweest hoe de afbeeldingen op de knopen werden aangebracht; gegraveerd of geëtst. In Heilig en Profaan 3 (p. 59-62) werd uiteengezet dat de afbeeldingen met een mal op dit soort knopen werden geëtst omdat dit enige methode was om gelijke afbeeldingen op meerdere knopen te krijgen. Met graveren is dit niet mogelijk.
Afbeelding: Kunera nr. 25479