Maria van Montserrat
In het eerste deel van de boekenreeks Heilig en Profaan (1993) was een insigne opgenomen dat aan Tongre-Notre-Dame werd toegeschreven. Vanwege voortschrijdend inzicht konden de samenstellers van Heilig en Profaan 4 deze identificatie rectificeren. Ht gaat namelijk om een insigne uit de pelgrimsplaats Montserrat.
Het insigne toont een staande Maria. Ze is gekroond en draagt in de ene hand een scepter. Het Christuskind zit op haar linkerarm. De bovenzijde van het insigne is beschadigd, maar links en rechts zijn nog delen van een tekst te zien. Van Beuningen en Koldeweij lazen in eerste instantie SAN …OCT: MARIA DE TVNG. Daarom suggereerden ze Tongre-Notre-Dame als mogelijke herkomstplaats van dit middeleeuwse insigne.
De identificatie als Tongre-Notre-Dame kwam echter op losse schroeven te staan toen het insigne aan een hernieuwde blik werd onderworpen. De tekst begint niet rechts van Maria, zoals Van Beuningen en Koldeweij in Heilig en profaan 1 suggereerden, maar linksboven. Dat is ook gebruikelijk. De tekst luidt bovendien anders: … EST MARIA DE MVNS SARA… Daaruit blijkt dat het insigne afkomstig moet zijn uit de bedevaartplaats Montserrat. Daar zou op onverklaarbare wijze een schilderij van Maria zijn opgedoken. Ter plekke verrees een klooster dat veel pelgrims trok.
De identificatie als Montserrat luidt ook tot een herziening van de voorstelling. Immers, het raster achter Maria is geen hekwerk, zoals eerder gesuggereerd, maar een spanzaag zoals vaak afgebeeld op middeleeuwse insignes uit Montserrat. Met het attribuut wordt namelijk gezinspeeld op de unieke vorm van de bergketen waar de cultus ontstond. Die heeft vanwege eeuwenlange erosie een uitzonderlijke vorm. De verticaal uitgesleten richels en de afgeronde toppen gaven de bergketen zijn naam. Die is namelijk afgeleid van mons serratus, wat gezaagde berg betekent.
Het insigne met Maria en Kind voor de spanzaag komt dus niet uit Tongre-Notre-Dame, maar uit Montserrat. Het insigne is niet het enige middeleeuwse souvenirs uit Montserrat dat in de Lange Landen is gevonden, maar het is wel een uitzonderlijk exemplaar.
Literatuur: H.J.E. van Beuningen en A.M. Koldeweij, Heilig en profaan (1993), p. 227 en H.J.E. van Beuningen e.a., Heilig en profaan 4 (2018), p. 152. Afbeelding: Collectie familie Van Beuningen, 2180 (Kunera nr. 00474)